Voorbeelden van het gebruik van Die ring in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Waar heb je die ring vandaan?
Die ring had voor jou kunnen zijn.
Hij had mij die ring gegund.
Is die ring 'n soort wapen?
Herrinner je die ring nog?
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
d-vormige ringengouden ringbuitenste ringeen mooie ringstalen ringgrote ringprachtige ringnieuwe ringbinnenste ringandere ring
Meer
Gebruik met werkwoorden
vergulde ringenring gezien
ring gekocht
ring gevonden
ring geven
draagt een ringring zit
zie geen ringring dragen
ring gestolen
Meer
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
Over die ring aan je vinger?
Ik kwel hem tot hij die ring afdoet.
Ik heb die ring niet betaald.
Wat heb je voor die ring gekregen?
Maar die ring kun je niet eten.
Larry had Stompanato nooit die ring moeten verkopen.
Is die ring goud of zilver? Wat?
Maar ik kan je die ring niet geven.
En die ring zit niet vast, jij wel.
Wel, we vonden die ring in het zand.
Die ring kost meer dan dit hele schip.
Geef me die ring terug!
Die ring heeft van Kenny een saaie drol gemaakt.
Ik vond die ring in je sok.
Die ring is een lidmaatschap voor een badhuis in Mid-City.
Ik heb haar die ring niet gegeven.
Ik had die ring nooit verdiend.
Wat?- Mag ik die ring terug?- Sharona.
Heb je die ring om zijn hals gezien?
Ik vond die ring in je sok.
Ik heb die ring nog nooit in actie gezien.
Ik had je die ring niet moeten geven.
Dankzij die ring is onze vriend nu een sukkel.
Ik dacht dat die ring het handvat was.
Toen ik die ring vond, wilde ik weggaan.