Voorbeelden van het gebruik van Gisteren iets in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Was er gisteren iets?
Dodo vertelde me gisteren iets.
Ik heb gisteren iets gevonden.
Aan mijn collega vertelde u gisteren iets anders.
Er is gisteren iets bezorgd.
Harper zei gisteren iets.
Ik heb gisteren iets uit betrouwbare bron vernomen.
Een Scandi vertelde gisteren iets grappigs.
Ik heb gisteren iets uit betrouwbare bron vernomen.
Maar wat ik ernstig vind… is dat hij gisteren iets bij zich had dat van mij is.
Ik heb gisteren iets geleed.
Je hebt haar gisteren iets verteld.
Heb je gisteren iets bijzonders gemerkt?
Ga maar.- Heb je gisteren iets gedaan?
Ik heb gisteren iets van je geleerd.
Het feestbeest heeft gisteren iets te veel gefeest.
Ik heb gisteren iets gezien, Marisol.
Hij heeft gisteren iets gezien.
Ik heb gisteren iets stoms gedaan.
Je wilde me gisteren iets vertellen.
Jaya zei gisteren iets tegen me over de Tuinman.
In haar kamer. Ik… ik heb gisteren iets heel schattigs gevonden.
Ik heb gisteren iets te veel gedronken.
Karen dacht dat ze gisteren iets zag in de bosjes.
Heb je gisteren iets gezien?
Altijd of heb je gisteren iets aparts gegeten?
Chuck zei gisteren iets over de toekomst.
Maar hij zei wel dat hij gisteren iets moest rechtzetten met iemand.
Zag je gisteren iets, Sly?
Ja, ik heb gisteren iets verprutst….