Voorbeelden van het gebruik van Haar schreeuwen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ga tegen haar schreeuwen.
Ik was in de gymzaal en ik hoorde haar schreeuwen.
Laat haar schreeuwen.
Een bewaker hoorde haar schreeuwen.
Laat haar schreeuwen.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
Alles wat ik nu hoor is haar schreeuwen.
Laat haar schreeuwen. Eén. Twee!
Ik ga weer tegen haar schreeuwen.
Ik hoorde haar schreeuwen: Ik vermoord je, Garrett!
En ik blijf tegen haar schreeuwen.
Ik hoorde haar schreeuwen en vond haar in de jungle.
Volgens mij hoorde ik haar schreeuwen.
Ik hoorde haar schreeuwen en huilen.
Volgens mij hoorde ik haar schreeuwen.
Haar schreeuwen gaat verloren door het schreeuwen van de anderen.
Ik hoorde haar schreeuwen.
Ik was hier niet, maar toen hoorde ik haar schreeuwen.
Ik hoorde haar schreeuwen.
Larry was bij de verpleegsterspost en hoorde haar schreeuwen:'Au!
Je hoort haar schreeuwen.
Ik was op m'n kamer en ik hoorde haar schreeuwen.
Ik hoor haar schreeuwen.
Ik zag alleen 't mes, en ik hoorde haar schreeuwen.
Mr. Devlin hoorde haar schreeuwen toen hij op me wachtte.
Eric hoort hem graag tegen haar schreeuwen.
De bewaker hoorde haar schreeuwen… En de gijzelaar? nadat de rolluiken dichtgingen.
Maar niemand hoort haar schreeuwen.
Ja, want ik hoorde haar schreeuwen, maar ik zag haar niet… omdat ze aan de andere kant was.
Gisteravond hoorde ik haar schreeuwen.
We hoorden haar schreeuwen.