Voorbeelden van het gebruik van Informatica in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Groep informatica.
Vervoer, communicatie en informatica.
Harvard, informatica, 2390.
Instituut van de automaten en informatica.
Afdeling Informatica B. Hawes.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
Studiecontracten, betalingen, informatica.
Hij studeert informatica in Delhi.
Faculteit voor wiskunde en informatica.
Coördinatie informatica en statistieken.
Informatica en aanverwante activiteiten.
Wiskunde en informatica.
Informatica en beheergegevens Thomas FAHRTMANN.
Chris Beckner, informatica.
Informatica is bijgevolg enorm belangrijk voor de werkgelegenheid.
Serialisatie is een begrip uit de informatica.
Nieuwe technieken informatica, telecommunicaties.
Directeur belast met interne coördinatie en informatica.
Ik heb 'n semester informatica gestudeerd, maar ik zakte op wiskunde.
Artikel 370- Activiteiten op het gebied van de informatica.
Haalde een diploma in de informatica, te Delaware Tech.
Programmering van de hulpbronnen,bij scholing, informatica.
Europees Informatiesysteem- Informatica op douanegebied.
Communautaire maatregelen voor de ontwikkeling van de informatica.
De economie, het bankwezen, de informatica en de netwerken.
De repetitie is een essentiële constructie in de informatica.
Juridische aspecten van de informatica en van de informatiediensten.
De heer Iuliu WINKLER minister van Communicatie en Informatica.
Officiële Instituut voor Informatica Naast de controle over studielast.
Directoraat E- Budgettair en financieel beheer,communicatie en informatica.
Techniek, economie, informatica, geesteswetenschappen en agrarische wetenschappen.