Voorbeelden van het gebruik van Stierf gisteren in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ze stierf gisteren.
Was", Jacob? Hij stierf gisteren.
Ze stierf gisteren.
Je zei dat iemand anders stierf gisteren.
Mary stierf gisteren.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
vader stierfmensen stervenouders stiervenvrouw stierfman stierfmoeder is gestorvenmensen zullen stervenbroer stierfvader is gestorvenzoon stierf
Meer
Iemand stierf gisteren, wat als de anderen ook in gevaar zijn?
Vanessa stierf gisteren.
Mijn vader stierf gisteren en je bent niet thuis gekomen.
Onze hond stierf gisteren ook.
Er zijn miljoenen mensen gestorven gisteren, Carline.
Tien jongeren stierven gisteren.
Er zijn miljoenen mensen gestorven gisteren.
Gisteren stierf de eerste na tien uur.
Gisteren stierf de 45-jarige Clayton Osborne uit Arlington, nadat hij leegbloedde.
Aan dit sms'je te zien, stierf hij gisteren rond 21.30 uur.
Ik moet u helaas vertellen dat Olivetti, gisteren stierf bij een brand in zijn huis.
IT Mijnheer de Voorzitter, collega's, gisteren stierf een kind in het Shifa ziekenhuis van Gaza, en er vielen tachtig doden in het Gaza ziekenhuis omdat ze niet in Israël konden worden behandeld.
King is gisteren gestorven.
Wilhelm is gisteren gestorven.
Vanessa is gisteren gestorven.
Luke is gisteren gestorven.
Hij is gisteren gestorven.
Marry is gisteren gestorven.
Liz is gisteren gestorven.
Sam is gisteren gestorven.
Het zwijn is gisteren gestorven.
Ik ben gisteren gestorven.
Mark Sloan is gisteren gestorven.
Een meisje is gisteren gestorven.