Voorbeelden van het gebruik van Zeide tot in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
En Jezus zeide tot Thomas.
Und Jesus sagte zu Thomas.De stadhouder antwoordde en zeide tot hen.
Der Landpfleger aber antwortete und sprach zu ihnen.En zij zeide tot haar man.
Und sie sagte zu ihrem Mann.En Jezus, dat horende, zeide tot hen.
Und Jesus hörte es und spricht zu ihnen.En zij zeide tot den koning.
Und sie sprach zu dem König.Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
jezus zeidezeide glenarvan
zeide de koning
mozes zeidegod zeidezeide paganel
koning zeidevolk zeidezeide de majoor
david zeide
Meer
En Jezus, antwoordende, zeide tot hem.
Und Jesus antwortete und sprach zu ihm.Hij dan zeide tot hem: Spreek!
Und er sagte zu ihm: Rede!En Hij nam de twaalven bij Zich, en zeide tot hen.
Jesus nahm die Zwölf beiseite und sagte zu ihnen.En de Heer zeide tot Mozes.
Und der Herr sprach zu Moses.Jezus zeide tot hem: Sta op, neem uw beddeken op, en wandel!
JEsus spricht zu ihm: Stehe auf, nimm dein Bett und gehe hin!En de Heere zeide tot mij.
Und der HERR sprach zu mir.En ik zeide tot hem: Ik ben een Amalekiet.
Ich sagte zu ihm: Ich bin ein Amalekiter.En hun profeet zeide tot hen.
Und ihr Prophet sprach zu ihnen.Jezus zeide tot hen: Ik ben het!
Jesus spricht zu ihnen: Ich bin's!En Gad kwam tot David op dienzelfden dag, en zeide tot hem.
Und Gad kam En het volk zeide tot Jozua.
Und das Volk sagte zu Josua.Jezus zeide tot hem: Gij hebt het gezegd toch I.
Jesus spricht zu ihm: Du sagst doch ich.En de HEERE zeide tot Rebecca.
Und der Herr sprach zu Rebekka.En zeide tot haar knechten: Trekt voor mij uit; zie, ik kom achter u aan!
Und sie sagte zu ihren Knechten: Geht vor mir her!Zijn moeder zeide tot de dienaars.
Seine Mutter spricht zu den Dienern.En Hij zeide tot hen: Gij zegt, dat Ik het ben.
Er sprach zu ihnen: Ihr sagt's, ich bin's.Zijne moeder zeide tot de dienaars.
Seine Mutter spricht zu den Dienern.Jezus zeide tot haar: Uw broeder zal wederopstaan.
Jesus spricht zu ihr: Dein Bruder soll auferstehen.En de koning zeide tot hem: Waar is hij?
Der König sprach zu ihm: Wo ist er?Jezus zeide tot haar: Ik ben het, Die met u spreek.
Jesus spricht zu ihr: Ich bin's, der mit dir redet.En de Engel Gods zeide tot mij in de droom: Jakob!
Und der Engel Gottes sprach zu mir im Traum: Jakob!En hij zeide tot mij:,"Deze woorden van God waar zijn.
Und er sagte zu mir:,"Diese Worte Gottes sind wahr.En hij zeide tot hem:,"Volg mij.
Und er sprach zu ihm:,"Folge mir.Jezus zeide tot haar: Vrouw, wat heb Ik met u te doen?
Jesus spricht zu ihr: Was habe ich mit dir En Jezus, antwoordende, zeide tot de wetgeleerden en Farizeen, en sprak.
Und JEsus antwortete und sagte zu den Schriftgelehrten und Pharisäern und sprach.
