Voorbeelden van het gebruik van Die kus in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Die kus was vurig.
Oeps. En die kus.
Die kus was oneerlijk.
Ik ben nu klaar voor die kus.
Over die kus, Hemy.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
eerste kusdikke kusde eerste kuslaatste kusechte kusklein kusjeeen laatste kusgoede kusheiligen kuseen eerste kus
Meer
Gebruik met werkwoorden
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
Ik dacht aan die kus.
Die kus was maar een test.
Geloof me. Niet met die kus.
Die kus veranderde alles.
Je bent geweldig. En die kus.
Je kan die kus nog steeds voelen.
Waar hij ook is, ik ga die kus krijgen.
Die kus afgelopen kerst.
We moeten over die kus praten.
Die kus is zeker mijn favoriet.
En ik ben die kus nooit vergeten.
Die kus trok je over de streep.
Het voelt alsof ik u die kus verschuldigd ben.
Die kus is haar lot,
April. We moeten over die kus praten.
Wil je die kus weer proberen?
Ik geloof dat ze stierf aan een gebroken hart door die kus.
Wil je die kus opnieuw proberen?
Die kus kan als een aanranding worden beschouwd.
Catwoman, mag ik die kus tegoed houden?
En die kus, was dat ook onzin?
Officieel is die kus een afscheidskus.
Ik hou die kus ook nog tegoed.
Kunnen we die kus nogmaals proberen?
Kunnen we die kus nog een keer proberen?