Voorbeelden van het gebruik van Leuke in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Leuke dag.
Dat was het leuke.
Leuke sjaal.
Hallo, leuke hond.
Leuke dag?
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
leukste verzameling
leuke plek
leuke tijd
leuke dingen
een leuke tijd
leuke verrassing
leuke manier
een leuke plek
een leuke manier
leuke dag
Meer
Bedankt. Leuke jurk.
Leuke vrouw.
En een leuke, hoop ik.
Leuke tijger.
Maak je leuke verhaal af.
Leuke tanden.
Ik ken weinig leuke kerels.
Leuke reis?
Hoi pap. Leuke dag gehad?
Leuke hoed, Ned.
Ik begrijp leuke grappen.
Leuke eerste dag.
Ik heb wat leuke jurken.
Leuke truuk, niet?
Waarom zou onze leuke tijd.
Leuke nieuwe gezichten.
Het waren drie leuke dagen.
Leuke kopij, Vic.
Na deze leuke avond?
Leuke feestje, is het niet?
Eenvoudige, leuke voorwerpen.
Leuke grap, Natalie Gang!
Hoewel we leuke chats hadden.
Leuke kinderen hebben jullie.
Je zegt zulke leuke dingen.