Examples of using Onrust in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik voel onrust.
Onrust in Hebron.
In de onrust.
Onrust in een auto.
De angst, onrust.
People also translate
Onrust in het paradijs?
Zeer vaak: onrust.
De onrust in Gwang-ju.
Je zaait onrust.
Onrust in de Buitenste Ring!
Het schept onrust.
Minder onrust voor het kind.
Er is reeds onrust.
Er is onrust in de wereld.
Er is burgerlijke onrust.
Oorlogen, onrust, honger.
Ik bespeur enige onrust.
Lk voel onrust in u.
Hij veroorzaakte onrust.
Er is onrust in het dorp.
Vluchtelingenmigratie, politieke onrust.
Chaos, onrust en neergang.
Reactie. Vrede zonder onrust.
Burgerlijke onrust is organisch.
Dat noemt men'terminale onrust.
Er is geen onrust tussen ons.
Welkom bij de makelaar Ella Onrust.
Te veel onrust, te veel emotie.
Acathisie/ psychomotorische onrust.
Burgerlijke onrust heeft ons opgebroken.