Voorbeelden van het gebruik van Boot vertrekt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
De boot vertrekt.
We wachten tot de boot vertrekt.
De boot vertrekt nu.
Op de dag voor de boot vertrekt.
De boot vertrekt.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
vliegtuig vertrekttrein vertrektvlucht vertrektbus vertrektvertrekt flixbus
week vertrekkenvertrekt deutsche
boot vertrektmoeder vertrokschip vertrekt
Meer
Gebruik met bijwoorden
Gebruik met werkwoorden
Het is een uur voordat de boot vertrekt.
De boot vertrekt morgen.
Ik heb een paar dagen voor de boot vertrekt.
De boot vertrekt om 3 uur.
Ik blijf hier tot de volgende boot vertrekt.
Je boot vertrekt morgen.
We hebben alles gepakt, maar de boot vertrekt morgen pas.
De boot vertrekt om 11 uur.
Als dit werkt, vinden we Haak voor de boot vertrekt en kunnen we samen weg.
De boot vertrekt nu.
De boot vertrekt over 10 minuten vanaf Riva Schiavoni.
M'n boot vertrekt zo.
De boot vertrekt over twee uur.
Maar de boot vertrekt morgen pas.
De boot vertrekt om elf uur.
De boot vertrekt om vijf uur.
De boot vertrekt om vier uur.
De boot vertrekt om 14.00 uur.
De boot vertrekt om half elf.
De boot vertrekt morgen.
Je boot vertrekt over een uur.
De boot vertrekt om acht uur.
De boot vertrekt om twaalf uur.
De boot vertrekt binnen twee dagen.
De boot vertrekt over een half uur.