Voorbeelden van het gebruik van Branch in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Net op tijd. Branch.
Je hebt Branch vermoord.
De drive-in, in Branch.
We hebben Branch gevonden.
Ik hou ook van jou, Branch.
Mensen vertalen ook
Branch, waar heb je het over?
En Agent Branch gaat vrijuit.
Branch Sutter. Leigh. Kingman.
Blijf proberen Branch te bereiken.
Branch vond zijn ware kleuren.
Maar jij vertrouwt niemand, Branch.
Adrian Branch. Goed opgevangen.
Van de moord op Martha, en Branch.
Mary Branch, is dat je moeder?
Denk je denkt dat dit is wat Branch wil?
Dat is Branch z'n laptop, toch?
David Koresh van de Branch Davidians.
Branch Sutter, hij was afwasser.
Chief Broken Branch is gisteren overleden.
Branch met deze tag aanmaken.
Chief Broken Branch is gisteren overleden.
Branch, hoe lang kennen we elkaar al?
Kersenbloesem branch abstracte achtergrond.
Maar ik heb 't m'n vrouw beloofd, Branch.
Voor branch vlees& vis.
Maar ik heb het mijn vrouw beloofd, Branch.
Probeer Branch zijn vader te vinden.
Willie is mijn tolk en beschermeling.Odin Branch.
G Branch heeft deze al doorzocht.
Opperhoofd Broken Branch is gisteren gestorven.