Voorbeelden van het gebruik van Executeren in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Wil je me executeren?
Dan executeren en ondervragen.
Je gaat mij executeren.
Dewey executeren kan niet.
Wilde je hem executeren?
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
En Pyg executeren als ze hem vinden?
Hij zou haar executeren.
We executeren niet zomaar mensen. Dinah.
Hij zou ons executeren.
Ze executeren geen mensen voor niets, Oleg.
Die gaan je executeren.
Als we hem executeren is hij een martelaar. Margo.
Ze willen hem executeren.
Je kunt hen executeren, of je kunt de cyclus doorbreken.
Hem in koelen bloede executeren?
Maar we executeren niemand.
Je kunt hem niet executeren.
Je mannen executeren de arbeiders.
Gaan jullie ons executeren?
Een verrader executeren en zijn handlanger.
Ja, ze kunnen haar executeren.
Een verrader executeren en zijn handlanger.
U liet een moeder executeren.
Zij executeren Amerikaanse toeristen, wij bombarderen hun hele stad.
Gevangene Niet Executeren.
Executeren is gemakkelijker, maar ik ben overtuigd van z'n goede bedoelingen.
Je bedoelt toch executeren, hè?
Daarom geeft hij zich over aan de sultan, die hem meteen wil executeren.
Ze arresteren en executeren dissidenten.
Dus ik hoef je niet te laten executeren?