Voorbeelden van het gebruik van Hij in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dat is hij,?
Ist er das?Ik.- Hij, oké.
Okay.- Ich.- Er.Hij, hij, iedereen.
Alle. Er, er.Kies. Hij of ik?
Wähle. -Er oder ich?Hij meende het.
Und es war ihm ernst.
Mensen vertalen ook
Wie is Steve?- Hij.
Wer ist Steve? -Er.Hij of ik? Kies?
Wähle. -Er oder ich?Heeft hij van mij.
Das hab ich ihm beigebracht.Hij heeft medelijden met me.
Ich tue ihm leid.Heeft hij van mij.
Das habe ich ihm beigebracht.Hij was onder de indruk.
Sie haben ihn beeindruckt.Wat moet hij met jou?
Warum sollte er dir etwas antun?En hij verstopte hem.
Und ihn daraufhin versteckt.Ik denk, dat hij een type heeft.- Ja.
Er hat wohl einen Typ. -Ja.Hij verzint wel iets.
Ihm wird schon was einfallen.Volgens mij heeft hij hen niet vermoord. Maar.
Aber er hat Hij volgt Phish, zoals die van de groep.
Er folgt den"Phishs".Maar hij meende het.
Aber es war ihm ernst.Hij lijkt op iemand die we kennen.
Er gleicht einem Bekannten.Nee, hij is in orde.
Nein, nein, nein, ihm geht's gut.Hij was naar 't Olympus gebracht.
Sie brachten ihn ins Olympus.Wie, Sacchi? Hij is bang dat ik tegen ze ga scoren.
Wer, Sacchi? -Er hat Angst, dass ich treffe.Hij en Christopher komen niet.
Er und Christopher kommen nicht.Was hij onder de indruk?
Hat ihn das beeindruckt?Hij moet naar de Stinger toe.
Wir müssen ihn in den Stinger bringen.Ja, hij ook.- Hij ook?
Er auch? Ja, Hij neemt ons mee naar de lounge.
Er nimmt uns mit zu der Album-Premiere.Omdat hij zo onschuldig is.- Waarom niet?
Warum nicht? -Er ist so unschuldig?Hij kijkt naar zichzelf op het scherm.
Er schaut sich auf der Leinwand an.Shit. Hij moet naar het ziekenhuis.
Scheiße! Wir müssen ihn ins Krankenhaus bringen.
