Voorbeelden van het gebruik van Je eigen schuld in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Het is je eigen schuld.
En wanneer dat zou zijn gebeurd was het je eigen schuld.
Dit is je eigen schuld.
Als je geraakt wordt,is het je eigen schuld.
Dat is je eigen schuld.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
buitenlandse schuldopenbare schuldde buitenlandse schuldenorme schuldengrote schulduitstaande schuldenhoge schuldoude schuldparticuliere schuldenandere schulden
Meer
Gebruik met werkwoorden
schuld geven
schuld bewezen
schuld afbetalen
schuld betaald
schuld van geven
schuld ligt
krijgt de schuldnam de schuldschuld te vereffenen
schuld inlossen
Meer
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
En als je wordt opgegeten,is het je eigen schuld.
Het is je eigen schuld.
Goed, misschien wel een beetje, maar dat is je eigen schuld.
Het was je eigen schuld.
Dollar niet kunt terugverdienen… is het je eigen schuld.
Het is je eigen schuld.
Alles wat er met je gebeurt… Dat is deels je eigen schuld.
Het is je eigen schuld.
Zo te horen was 't je eigen schuld.
Het is je eigen schuld, Kal-El.
Ah, Dublin… dan is 't je eigen schuld.
Dit is je eigen schuld, Teena.
Maar als ze bijt is het je eigen schuld.
Het is je eigen schuld, TJ.
Dat snap ik, maar het is je eigen schuld.
Het was je eigen schuld, Ellen.
Gevangen door je eigen schuld.
Het is je eigen schuld en wat mij betreft.
Wie je bent,is je eigen schuld.
Het is je eigen schuld ze zijn allemaal dood.
Onzin! Het is je eigen schuld.
Dit is je eigen schuld, Dolores.
Brady.- Dit is je eigen schuld.
Dit is je eigen schuld, Teena.-Hemd uit.
Dan is het je eigen schuld.