Voorbeelden van het gebruik van Week thuis in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je laatste week thuis.
Deine letzte Woche daheim.Drie van ons vertrekken overmorgen enLuke komt eind van de week thuis.
Drei von uns fahren übermorgen,- undLuke kommt Ende der Woche heim.Ik ben deze week thuis.
Ich bin diese Woche zu Hause.De afgelopen week, thuis, je zei dat je andere symptomen had.
Letzte Woche, zu Hause, Sie sagten, Sie hatten noch weitere Symptome.Ik blijf deze week thuis.
Ich bleibe diese Woche zu Hause.Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
vorige weekhele weekde hele weekeerste weeklaatste wekende eerste weekde laatste wekeneen hele weektweede weekeuropese week
Meer
Gebruik met werkwoorden
volgende weekafgelopen wekenkomende wekenweken duren
brachten een weekweek vertrekken
duurt wekenverbleven een weekopeenvolgende wekenweek vermist
Meer
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
keer per weekdagen per weekuur per weekeind van de weekpond per weekeinde van de weekdag van de weekdollar per weekrest van de weekweken of maanden
Meer
Na pas 'n week thuis werd ik gebeld, door m'n ex-docent en vriend Earl Schoonbacher.
Ich bin erst eine Woche zu Hause, da ruft mein alter Professor und Freund an.Ik heb nog een week thuis.
Ich habe noch eine Woche zu Hause.Je bent al een week thuis en alles wat je doet moeder ontwijken Walter en over mij oordelen.
Du bist seit einer Woche zu Hause und alles, was du tust, ist Mom aus dem Weg Hij komt volgende week thuis.
Er kommt nächste Woche nach Hause.Je bent al een week thuis, Hank.
Du warst jetzt eine Woche zuhause, Hank.Incidentele telewerkers die onder de eerste categorie vallen(telethuiswerkers)maar minder dan tien uur per week thuis telewerken.
Gelegentliche Telearbeiter, die in die erste Kategorie fallen(häusliche Telearbeitnehmer), jedoch weniger alszehn Stunden mit Telearbeit zuhause verbringen.Toen Jeremy vorige week thuis kwam.
Als Jeremy letzte Woche nach Hause kam.Matthew is een paar dagen in de week thuis.
Uw vader komt deze week thuis.
Ihr Vater kommt Ende der Woche zurück.Met wat geluk zijn we volgende week thuis.
Mit etwas Glück sind wir in einer Woche zu Hause.Dit is Aprils laatste week thuis.
April ist noch eine Woche hier.Die komen pas volgende week thuis.
Kommen erst nächste Woche zurück.En Jules komt volgende week thuis.
Und Jules kommt nächste Woche zurück.Een maand weg één week thuis.
Er war einen Monat weg, eine Woche zu Hause.De kinderen bleven een week thuis.
Die Kinder hatten eine Woche Schulausfall.Ze komt maar twee keer per week thuis.
Sie kommt nur 1- 2-Mal pro Woche nach Hause.Een vampier? Nee, hij kwam vorige week thuis.
Ein Vampir? Er kam letzte Woche nach Hause. Nein.Twee weken thuis. Wat 'n heerlijke vakantie.
Zwei Wochen daheim. ideale Ferien.We brachten twee weken thuis en we waren Panetta benissimo.
Wir verbrachten zwei Wochen zu Hause und wir waren Panetta benissimo.Twee weken thuis.
Wochen daheim.Ik ben drie weken thuis geweest met verlof.
Ich war 3 Wochen zu Hause auf Urlaub.September vijf weken thuis- wel.
September fünf wochen zu hause 9.- doch.Twee weken thuis.
Zwei Wochen daheim.Hoe kun je twee weken thuis zijn en twee maanden zwanger?
Wel. 9 september vijf weken thuis.
Doch. september fünf wochen zu hause.
