Examples of using Arbeidstijd in Dutch and their translations into English
{-}
-
Official
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Betreft: Arbeidstijd.
Waarde is sociaal noodzakelijke arbeidstijd.
Norm Arbeidstijd per dienst 12 uur.
Jaarlijks begrensde arbeidstijd.
Arbeidstijd als de batterij volledig is opgeladen.
Combinations with other parts of speech
Organisatie van de arbeidstijd.
De arbeidstijd zou dus een dubbele rol spelen.
Sociaal noodzakelijke arbeidstijd.
Zijn arbeidstijd is niet minder dan 6 uren.
EG organisatie van de arbeidstijd.
Maar arbeidstijd en waarde zijn niet dezelfde zaak.
Het vermindert de arbeidstijd door te maken.
Wijzigingen in het patroon van de arbeidstijd.
Arbeidstijd aan boord van schepen die EU-havens aandoen.
Richtlijn betreffende de organisatie van de arbeidstijd.
Een forse besparing in arbeidstijd,-kosten en chemicaliën.
Alternatieve methoden voor de registratie van de arbeidstijd.
Elke dag van arbeidstijd bestaat bij 8 werkuren.
Ricardo gebruikte het begrip van arbeidstijd als waarde.
Dus heeft de arbeidstijd, en daarmee de arbeid zelf, een waarde.
Snelle change-over design bespaart arbeidstijd en cost.
De relatie tussen arbeidstijd en veiligheid is duidelijk.
Tijdelijke en geautoriseerde vermindering van de arbeidstijd.
De richtlijn betreffende de arbeidstijd is in 1993 goedgekeurd.
Marx gebruikt het begrip van sociaal noodzakelijke arbeidstijd.
In een aantal gevallen moet de arbeidstijd worden verminderd.
Betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd.
Maatschappelijk noodzakelijke arbeidstijd is een sociale relatie.
Die arbeidstijd is in de Europese Unie in tal van lidstaten niet geregeld.
Het is tijd om de kortere arbeidstijd opnieuw in overweging te nemen.