Wat Betekent DIDN'T HAVE TO GO in het Nederlands - Nederlands Vertaling

• niet hoefde te gaan
• niet weg hoefde
• niet moest gaan
• hoefden niet te gaan

Voorbeelden van het gebruik van Didn't have to go in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

She didn't have to go.
Ze hoefde niet weg.

Andrei, I wish you didn't have to go.
Andrei, ik wou dat je niet hoefde te gaan.

We didn't have to go.
We hoefden niet te gaan.

No. I know you didn't have to go.
Nee. Ik weet dat je niet hoefde te gaan.

He didn't have to go.
Hij had niet hoeven gaan.

Dad, uh… I just wish you didn't have to go.
Pap, ik wou dat je niet hoefde te gaan.

She didn't have to go.
Ze hoefde niet te gaan.

But I thought I told you you didn't have to go.
Maar ik zei dat je niet hoefde te gaan.

You didn't have to go.
Je hoefde niet te gaan.

It's just I really wish Margaret didn't have to go.
Maar ik wou dat Margaret niet weg hoefde.

She didn't have to go anywhere.
Zij hoeft niet weg.

But i faked a cold so i didn't have to go.
Maar ik deed alsof ik verkouden was zodat ik niet hoefde te gaan.

Oh, she didn't have to go anywhere.
Oh, zij hoefde niet weg.

I wish I didn't have to go.
Ik wou dat ik niet weg hoefde.

I didn't have to go diving, Einstein.
Ik hoefde niet te gaan duiken, Einstein.

I wish you didn't have to go.
Ik wou dat je niet moest gaan.

We didn't have to go through a third party!
We hoefden niet te gaan via een derde partij!

I wish you didn't have to go.
Ik wou dat je niet hoeft te gaan.

He didn't have to go and be a copper.
Dat zegt hij, hij moest niet gaan en diender worden.

I wish you didn't have to go.
Ik wens dat u niet hoefde te gaan.

If I didn't have to go, I would eat the whole cake.
Als ik niet weg moest, at ik alles op.

I wish I didn't have to go.
Ik wilde dat ik niet moest gaan.

But you didn't have to go lollygagging with that--.
Maar je hoefde niet te gaan lanterfanten.

She said I didn't have to go.
Ze zei dat ik niet hoefde te gaan.

I wish I didn't have to go to this.
Ik wou dat ik niet moest gaan.

I wish you didn't have to go.
Ik wilde dat je niet hoefde te gaan.

I wish I didn't have to go tomorrow.
Ik zou willen dat ik morgen niet weg hoefde.

I wish you didn't have to go. I.
Ik wou dat je niet hoefde te gaan. Ik.

I wish we didn't have to go, but… But nothing.
Ik wens dat we niet hoefde te gaan, maar… maar niets.

I wish I didn't have to go.
Ik wou dat ik niet hoefde te gaan.