Voorbeelden van het gebruik van Echt doen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ga je dat echt doen?
Ga je echt doen wat ze zeggen?
Wil je dat echt doen?
Gaan we dit echt doen, de Ark naar de aarde brengen?
Wil je dit echt doen?
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
pijn doendoet pijn
werk doendingen doenkwaad doenmensen doenplezier doendoet me pijn
doe de deur
fout gedaan
Meer
Je kunt echt doen wat je wilt.
Ik wil dat even echt doen.
Maar het echt doen, is niet erg slim.
Zou hij dat echt doen?
Ik moet het nu echt doen en al m'n ellende onder ogen zien.
Je moet het echt doen.
Zonder escorte. Gaan jullie het echt doen?
Ik ga dit echt doen, hè?
Om uit te zoeken wat we hier echt doen.
Je ging het echt doen, of niet?
Zeg Pam, moet ik dat nu echt doen?
Ga je het echt doen, John?
Het is gewoon een kwestie van het ook echt doen.
Moet ik dit echt doen, pap?
Dat zeiden ze natuurlijk. Ik denk dat ze dat echt doen.
Ik ga dit echt doen.
Er is een groot verschil tussen denken en het echt doen.
Ga je dit echt doen?
Lorna, ik kan niet geloven dat we dit echt doen.
Je ging het echt doen, hè?
Je wilt dit toch niet echt doen?
Wil je weten wat ze echt doen, voor wie ze echt werken?
Dat wilde ik nooit echt doen.
Gaan we dit echt doen, Laura?
Ik denk dat ze dat echt doen.