Voorbeelden van het gebruik van We het echt doen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Gaan we het echt doen?
Maar morgenavond gaan we het echt doen.
Laten we het echt doen.
Maar morgenavond, gaan we het echt doen.
Gaan we het echt doen?
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
pijn doendoet pijn
werk doendingen doenkwaad doenmensen doenplezier doendoet me pijn
doe de deur
fout gedaan
Meer
Of je wordt zwak nu we het echt doen.
Gaan we het echt doen? .
Deze keer moeten we het echt doen.
Gaan we het echt doen?
Oké, deze keer moeten we het echt doen, oké?
Gaan we het echt doen?
Nu kunnen we het echt doen.
Baas, gaan we het echt doen?
Zullen we het echt doen? .
Laten we 't echt doen.
Als we dit doen… dan hebben we het echt gedaan.
Als we dit doen, hebben we het echt gedaan.
Laten we 't echt doen.
Dus we gaan het echt doen?
We gaan het echt doen. Wauw.
Dus we gaan het echt doen?
Goed, we gaan het echt doen, nietwaar?
Dus we gaan het echt doen?- Ja?
Godzijdank.- Ja, we gaan het echt doen.
Ja.- Dus we gaan het echt doen?
Dan hebben we het echt gedaan. Als we dit doen.
Moeten we het echt zo doen?- Kom op.
Gaan we 't echt doen? .
We spelen het echt of we doen het niet.
We spelen het echt of we doen het niet.