Voorbeelden van het gebruik van Echt niet doen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Nee, echt niet doen.
Henry, dit kun je echt niet doen.
Dat kan ik echt niet doen, meneer.
Het spijt me, maar ik kan het echt niet doen.
Ik wilde dit echt niet doen vandaag.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
pijn doendoet pijn
werk doendingen doenkwaad doenmensen doenplezier doendoet me pijn
doe de deur
fout gedaan
Meer
Nikki, ik zou dat hier echt niet doen.
Dit wil je echt niet doen, man.
Dus je gaat deze film echt niet doen?
Dat wil ik echt niet doen, Ned!
Toen zei ik: Dan kan ik dat echt niet doen.
Dat kan ik echt niet doen.
Frankie, dat kan ik echt niet doen.
Ik wil dit echt niet doen.
Ik kan het echt niet doen.
Dat kan ik echt niet doen.
Dat kun je echt niet doen.
Dit wil je echt niet doen.
Meer kan ik echt niet doen.
Ik wil dit echt niet doen.
Dit kan ik echt niet doen.
Dat gaan we echt niet doen.
Je kunt dit echt niet doen.
U wilt dit echt niet doen.
We moeten dit echt niet doen.
Dit kunnen we echt niet doen.
Ik wilde dit echt niet doen.
Dat kan ik echt niet doen.
Dat wil ik echt niet doen.
Dat wil je echt niet doen.
Ik wil dit hier echt niet doen.