Voorbeelden van het gebruik van Hij zeide in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
En Hij zeide tot haar.
En ik werd gedachtig aan het woord des Heeren, hoe Hij zeide.
En hij zeide: Ik ben het!
Zie, twee mannen van Hebreeën twistten en Hij zeide tot.
Siehe, strebte zwei Männer von Hebräern zusammen: und er sagte zu.Hij zeide: Ik weet het niet!
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
jezus zeidezeide glenarvan
zeide de koning
mozes zeidegod zeidezeide paganel
koning zeidevolk zeidezeide de majoor
david zeide
Meer
En hij zeide tot hem:,"Volg mij.
Und er sprach zu ihm:,"Folge mir.Hij zeide tot hen deze gelijkenis.
Und er sagte ihnen ein Gleichnis und sprach.En hij zeide: zie, hier ben ik!
Er antwortete: Siehe, hier bin ich!Hij zeide tot hem ten derden maal.
En hij zeide: Ziet, in de tent.
Er antwortete: Drinnen in der Hütte.Hij zeide tot hem ten derden maal.
Er spricht zum dritten Mal zu En Hij zeide tot hen een gelijkenis.
Und er sagte ihnen ein Gleichnis.En hij zeide: Kent gij dan Grieks?
Er antwortete,"können Sie Griechen sprechen?En hij zeide: Doe mij Samuel opkomen!
Und er erwiderte: Hole mir Samuel herauf!Hij zeide tot hem ten derden maal.
Spricht er zum dritten Mal zu Hij zeide tot hem: Gij hebt het gezegd.
Er sprach zu En Hij zeide tot hen: Hoeveel broden hebt gij?
Er fragte sie:"Wieviel Brote habt ihr?Hij zeide wederom tot hem ten tweeden maal.
Spricht er zum zweiten Mal zu En Hij zeide tot hen: Gij zegt, dat Ik het ben.
Er sprach zu ihnen: Ihr sagt's, ich bin's.En Hij zeide tot hen: Ziet, wat gij hoort!
Und er sprach zu ihnen: Sehet zu, was ihr höret!En Hij zeide tot hen: Hoe verstaat gij niet?
Und er sprach zu ihnen: Wie vernehmet ihr denn nichts?En Hij zeide tot haar: Uw zonden zijn u vergeven.
Und er sprach zu ihr: Dir sind deine Sünden vergeben.Hij zeide tot hen: Mozes heeft vanwege de hardheid van.
Er sprach zu ihnen, Moses, wegen der Härte des.En hij zeide tot mij:,"Deze woorden van God waar zijn.
Und er sagte zu mir:,"Diese Worte Gottes sind wahr.En Hij zeide tot hen: Wat is het, dat gij Mij gezocht hebt?
Und er sprach zu ihnen: Warum habt ihr mich gesucht?En Hij zeide tot hen:, “Wiens beeld en opschrift is dit?
Und er sprach zu ihnen:, Dieses„Dessen Bild und Inschrift?En hij zeide tot hen: Eist niet meer, dan hetgeen u gezet is.
Er sprach zu ihnen: Fordert nicht mehr, denn gesetzt ist.En hij zeide: Dit is slechts een goochelstuk, aan anderen ontleend.
En hij zeide tot mij: Mevrouw, een paard is als een spiegel.
Und er sagt zu mir:"Gnädige Frau, ein Pferd ist wie ein Spiegel.En Hij zeide: Ik zal haar niet verderven om dertwintigen wil.
Er antwortete: Ich will sie nicht verderben um der zwanzig willen.
