Voorbeelden van het gebruik van Schreeuwen jullie in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Voor wie schreeuwen jullie?
Schreeuwen jullie over en weer?
Dames, waarom schreeuwen jullie?
An8}en schreeuwen jullie tegen elkaar om het huis gereed te maken.
South Park! Kom op koeien, voor wie schreeuwen jullie?
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
mensen schreeuwenhoorde schreeuwenhoorde je schreeuwenschreeuwende kinderen
hoorde hem schreeuwenkind schreeuwtnaam schreeuwen
Meer
Gebruik met werkwoorden
Waarom schreeuwen jullie?
En welke weldaad jullie ook toevalt, het komt van God. Wanneerjullie dan tegenspoed treft schreeuwen jullie tot Hem om hulp.
Waarom schreeuwen jullie zo?
Wanneer jullie dan tegenspoed treft schreeuwen jullie tot Hem om hulp.
Waarom schreeuwen jullie naar een ei?
Wanneer jullie dan tegenspoed treft schreeuwen jullie tot Hem om hulp.
Waar schreeuwen jullie twee over?
Wanneer jullie dan tegenspoed treft schreeuwen jullie tot Hem om hulp.
Waarom schreeuwen jullie zo tegen me?
Voor de rest van jullie leven, schreeuwen jullie niet meer tegen elkaar.
Eerst schreeuwen jullie: Vind die klootzakken.
Waarom schreeuwen jullie?
Eerst schreeuwen jullie:"Vind die klootzakken.
Waarom schreeuwen jullie zo?
Waarom schreeuwen jullie?
Waarom schreeuwen jullie? Mama?
Waarom schreeuwen jullie? Stil.
Waarom schreeuwen jullie? Allemaal, knielen?
Als Sophie opkomt, schreeuwen jullie alsof je haar in brand staat.
Waarom schreeuwden jullie het niet van de daken?
Als je zo verliefd was, waarom schreeuwden jullie dan tegen mekaar op kantoor gisteren?
Jullie schreeuwen.
Ik hoorde jullie schreeuwen.
Jullie schreeuwen alleen maar!
Jullie schreeuwen alleen tegen elkaar.