Voorbeelden van het gebruik van Jee in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Jee voor Jay.
En… Oh, jee.
Oh jee, dat.
Jee, vingers.
Wat?- Oh, jee.
Jee, niet dit.
Drie. O, jee.
Oh, jee, velen.
Ik heb… Oh jee.
Jee, oom Homer.
Morgen. O jee.
Jee, geen zorgen.
Goed. O, jee.
Jee, geweldig.
Waar is hij? O jee.
Jee, rook je ook?
En verder, door Jee.
Jee. Bedankt, baas.
Jullie zijn wel goed. Jee.
Jee, dat is jammer.
Ze praat nauwelijks met me. Oh jee.
Jee, ik schrok van je.
Ach jee, alweer leeg?
Jee, ik weet het, oké?
Maar o, jee, wat is hier gebeurd?
Jee. Ik flip!
Luitenant Jee zong een aangrijpend liefdesliedje.
Jee, ik moet piesen.
Ach jee, het ziekenhuis.
Jee, kun je niet kloppen?