Voorbeelden van het gebruik van Oeps in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Jij… Oeps.
Oeps, ze valt.
Dank je. Oeps.
Oeps, jij wint.
Timothy McGee. Oeps.
Oeps, even vergeten.
Osgood, alsjeblieft! Oeps.
Oeps, dat spijt me.
Chillen en oeps wie heeft dat gedaan.
Oeps, we zijn nat.
Hazel wou feestelijk eten en/of drinken- oeps;
Oeps, geen urinoirs.
Oeps, waar is het?
Oeps, ik ben zwanger.
Oeps, sorry daarvoor!
Oeps, daar is de hand!
Oeps, sorry! Dankjewel.
Oeps, pagina niet gevonden.
Oeps, pagina niet gevonden.
Oeps, ik ben je kwijt, baas.
Oeps, die mis ik altijd.
Oeps, die mis ik altijd.
Oeps, bijna vergeten.
Oeps, hij krijgt bloedingen.
Oeps, er is iets fout gegaan!
Oeps, daar zit al iemand.
Oeps, die was ik bijna vergeten.
Oeps! Je moet een keuze maken.
Oeps, ik heb m'n potlood laten vallen.
Oeps, de pagina is niet gevonden.