Voorbeelden van het gebruik van Je werkt hard in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Je werkt hard.
Je werkt hard.
Je werkt hard. Je moet eten.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
werkende leden
werkt de commissie
gynectrol werktwerken volume
medewerkers werkenwerkt efficiënt
machine werktwerkende ouders
werkt het systeem
werkende mensen
Meer
Je werkt hard, doet alles volgens de regels.
Alles wat je dit jaar haalt, verdien je ook. Je werkt hard. Ik ben trots op je. .
Maar je werkt hard, mam.
Je werkt hard, dus dat is wat je krijgt.
Als je goede cijfers haalt en je werkt hard en je denkt datje er wel goed in bent, waarom niet?
Je werkt hard, Je bent moe.
Je werkt hard, je moet altijd op reis.
Je werkt hard, en opeens ga je winnen.
Maar je werkt hard en je doet je best.
Je werkt hard je leven lang, en dan in één week.
Het leven is kort, je werkt hard, dus de tijd neemt af en toe naar jezelf en verwen uzelf met een smaak van hoe de andere helft woont.
Je werkt hard en je probeert goed voor je gezin te zorgen.
Je werkt hard, het is jouw baan en je bent 'n beetje gek.
Je werkt hard, maar nog beter, je werkt slim.
Je werkt hard, je moet het hard spelen.
Je werkt hard en je zet je in voor je leerlingen.
Je werkt hard, zorgt dat de klus wordt geklaard, wat er ook voor nodig is.
Je werkt hard, leidt 'n goed leven en dit blijft er over.
Je werkt hard om manieren te vinden om de mensheid vooruit te helpen.
Je werkt hard aan je eigen dingen.- lk moet wel. Niemand die mij matst.
Dus je werkt hard, je doet je best. En ik garandeer je dat je wordt herinnerd als niemand.