Voorbeelden van het gebruik van Openmaken in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Niet openmaken.
Openmaken die deur.
Laten we 'm openmaken.
Openmaken, nu!
Wil je 'm openmaken?
Mensen vertalen ook
Openmaken, nu!
Laadruimte openmaken.
Openmaken, of ik mol Hill!
Wil jij niks openmaken?
Openmaken of ik schiet.
Wil je dit openmaken?
Openmaken, ontleveren, ontharten, magen en darmen afsnijden;
Wil je dat even openmaken?
Als jullie die deur openmaken, zal er iets door naar binnen komen?
Wilt u uw koffer openmaken?
Ik zou die deur niet openmaken. Als je wilt dat je vriendin blijft leven.
Jerry, wil jij openmaken?
Niet de cadeaus openmaken voordat ik er ben.
Gary, wil je de doos openmaken?
Een blik soep openmaken is geen koken.
Moet je de post hier openmaken?
Als we die deur openmaken, ga dan links, Harold.
Moest hij de verpakking openmaken?
Mr Blackburn, openmaken!
Pak een paar glazen want ik heb champagnecognac achter staan die we gaan openmaken.
Alle koffers openmaken.
U kunt de paraplu terugzetten en de deuren openmaken.
Komaan, komaan, openmaken!
We moeten de voordeur ook openmaken.
Ma, mogen we de cadeautjes openmaken?