Voorbeelden van het gebruik van Werkt hard in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Je werkt hard.
Goeie jongen, komt vroeg, werkt hard.
Jij werkt hard.
Je bent enthousiast, gedreven, je werkt hard.
Je werkt hard.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
werkende leden
werkt de commissie
gynectrol werktwerken volume
medewerkers werkenwerkt efficiënt
machine werktwerkende ouders
werkt het systeem
werkende mensen
Meer
Een gedeelte feest hard en een gedeelte werkt hard.
Jij werkt hard.
U werkt hard mr. Rezendes.
Kom op, de politie werkt hard in deze stad.
Je werkt hard. Je moet eten.
Maar je werkt hard, mam.
Je werkt hard en je zet je in voor je leerlingen.
De overheid werkt hard aan een oplossing.
Je werkt hard, je moet altijd op reis.
Hij is actief, werkt hard, krijgt de klus geklaard.
Je werkt hard, dus dat is wat je krijgt.
De ene werkt hard, de andere is lui.
Hij werkt hard. Hij heeft 'n hobby nodig.
Iemand werkt hard aan zijn PHD.
U werkt hard en u kunt zich volledig op uw taak concentreren.
Virgil werkt hard om zich aan te passen.
Je werkt hard, het is jouw baan en je bent 'n beetje gek.
Maar je werkt hard en je doet je best.
Pa werkt hard voor z'n geld.
Je werkt hard, Je bent moe.
Jij werkt hard en je weet wat je wil.
Ja. Hij werkt hard, hij moest er even tussenuit.
Je werkt hard, je moet het hard spelen.
Je werkt hard, maar nog beter, je werkt slim.
Webhelp werkt hard om sterke en strategische relaties met klanten op te bouwen.