Voorbeelden van het gebruik van Zij vertrekt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Winnen en zij vertrekt.
Zij vertrekt, jij blijft.
Je zet die uit en zij vertrekt?
Maar zij vertrekt vandaag.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
vliegtuig vertrekttrein vertrektvlucht vertrektbus vertrektvertrekt flixbus
week vertrekkenvertrekt deutsche
boot vertrektmoeder vertrokschip vertrekt
Meer
Gebruik met bijwoorden
Gebruik met werkwoorden
Als zij vertrekt, is het afgelopen.
Je gaat niet weg voor dat zij vertrekt.
Zij vertrekt nooit met lege handen.
Ik wil niet dat zij vertrekt, maar jij, Carlton.
Zij vertrekt, zij sterft.
Dus, je gaat niet weg voor dat zij vertrekt.
Als zij vertrekt, is het afgelopen!
Elke morgen, zij vertrekt om half 6 s ochtends.
Zij vertrekt naar Las Vegas… met haar Kerkelijk groep.
Ja, als zij vertrekt, kan ik naar binnen.
Zij vertrekt met het geld en is spoorloos verdwenen.
Zij vertrekt niet met een vliegtuig. Vergrendel de luchthaven.
Zij vertrekt vanuit de vaststelling dat een eengemaakte markt door alle marktdeelnemers moet worden geschraagd: ondernemingen, consumenten en werknemers.
Zij vertrokken met de boot.
En zij vertrokken die ochtend, vastbesloten om(de armen) te weren.
Zij vertrok en heeft niets tegen hem gezegd.
Zij vertrok eerder dan normaal.
Waarom kunnen zij vertrekken en wij niet?
Zij vertrok om voor haar moeder te zorgen.
En zij vertrokken die ochtend, vastbesloten om(de armen) te weren.
Of zij vertrekken.
Zij vertrok eerder.
Zij vertrokken, maar kwamen niet terug.
En zij vertrokken die ochtend, vastbesloten om(de armen) te weren.
Dus zij vertrok om droog te staan, haar dochter nam het over, dokter Jane.