Wat Betekent HASSTE in het Nederlands - Nederlands Vertaling S

Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Vervoeg werkwoord

Voorbeelden van het gebruik van Hasste in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ich hasste sie.
Ik haatte ze.
Der Regisseur hasste es.
De regisseur vond 't niks.
Ich hasste Jim!
Ik haatte Jim!
Ja? Ja, und ich hasste es.
Ja? En ik verfoeide het.
Er hasste es.
Hij vond het niks.
Gott, wie sie mich hasste.
God, hoe een hekel had ze aan me.
Er hasste Bryce.
Hij haatte Bryce.
Und dass er Abwaschen hasste.
Hij heeft een hekel aan afwassen.
Ich hasste Regina.
Ik haatte Regina.
Der Tempelmagus hasste mich.
De Tempelmagiër had een hekel aan me.
Er hasste Winston.
Hij haatte Winston.
Von Anfang an… hasste ich dich.
Haatte ik je al. Vanaf het begin.
Ich hasste meinen Vater.
Ik haatte m'n vader.
Mein Boss hasste mich.
Mijn baas kreeg een hekel aan me.
Sie hasste mich so sehr.
Ze had de pest aan me.
Weil Ted Shane und seinen Vater hasste.
Zeker omdat Ted Shane verfoeide, net als zijn vader.
Er hasste Emily.
Hij kon Emily niet uitstaan.
Und das von einem Jungen,- der das Ostereier-Suchen hasste!
En dat zegt een jongen, die een hekel had aan eieren zoeken met Pasen!
Die Welt hasste mich.
De wereld verachtte me.
Er hasste diesen Ort.
Hij verafschuwde dit huis.
Der Mann hasste Sand.
Die man had een hekel aan zand.
Ich hasste das Lacrosse-Team!
Ik had de pest aan dat team!
Und dafür hasste ich sie.
En dat kon ik niet uitstaan.
Er hasste Morgan. Ralph Ford.
Hij haatte Morgan.- Ralph Ford.
Ja, aber sie hasste den Kerl.
Ja, maar ze kon hem niet uitstaan.
Er hasste dich, als du fett warst.
Hij walgde van je toen je dik was….
Mein Dad hasste Katzen.
Mijn vader had een hekel aan katten.
Sie hasste Beau dafür, dass er mit ihr Schluss machte.
Ze haatte Beau omdat hij het uitmaakte.
Morgen. Ich hasste es aber.
Maar ik kon 't niet uitstaan. Morgen.
Ich hasste Sie bereits, bevor ich Sie kennenlernte.
Ik haatte je al voordat we elkaar hadden ontmoet.
Uitslagen: 1470, Tijd: 0.1002

Hoe "hasste" te gebruiken in een Duits zin

Ian hasste unruhige oder nervöse Menschen.
Und wieso hasste Hitler die Juden?
Eigentlich hasste sie Lügen jeder Art.
Kurt Cobain hasste das Leben wirklich.
Doch genauso hasste sie den kampf.
Diesen Blick kannte und hasste er.
Fähen mochte er, Rüden hasste er.
Ich hasste sie von Anfang an.
Ich hasste solche Art von Träumen.
Seit dem hasste sie die Muggel.

Hoe "haatte, vond, hekel" te gebruiken in een Nederlands zin

Oh, wat haatte hij die Pokémon.
Dat vond hij altijd het mooist.
Vond het echt een geweldige serie.
Hij heeft een hekel aan Dr.
Dat vond hij toch erg vreemd.
Heb een hekel aan dit weer.
Dieven hebben een hekel aan licht.
Heeft een grote hekel aan school.
Onze beep vond het alleszins heerlijk!
Toch vond hij snel een woning.

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands