Wat Betekent STOPFEN in het Nederlands - Nederlands Vertaling S

Werkwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord
stoppen
aufhören
aufhalten
anhalten
beenden
stecken
aufgeben
abbrechen
verhindern
absetzen
aussteigen
proppen
stopfen
quetschen
packen
gerinnsel
stecken
pauken
zwängen
plug
stecker
dübel
stecken
stopfen
plugs
pfropfens
stöpsel
vullen
füllen
füllung
ergänzen
voll
stopfen
das füllen
vollmachen
ergänzung
nachfüllen
vervollständigen
duwen
schieben
drücken
schubsen
stoßen
drängeln
drängen
stecken
treiben
pressen
werfen
de stop
halt
stopp
den stöpsel
stop
stopfen
stecker
den gummistopfen
voeden
ernähren
füttern
fütterung
versorgen
stillen
speisen
essen
ernährung
erziehen
pflegen
stopje

Voorbeelden van het gebruik van Stopfen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Medicine category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ich werde sie stopfen.
Ik zal ze dichten.
Sie stopfen ihn mit Tabletten voll.
Ze stoppen hem vol met pillen.
Oder mir das Maul stopfen.
Of me de mond snoeren.
Wir stopfen uns mit Fleisch voll.
We proppen ons nu vol met vlees.
Du musst ein Loch stopfen.
Je moet een gat vullen.
Combinations with other parts of speech
Das Stopfen des Truthahns kann warten.
De kalkoen vullen kan wachten.
Und du musst es stopfen.
En jij moet het dichtmaken?
Wir müssen stopfen die Mäuler von 130 Mädchen.
We moeten 130 meisjesmonden voeden.
Wir müssen die Löcher stopfen!
We moeten de gaten dichten!
Und diese Löcher stopfen sie mit Dreck.
En ze vullen dit gat met troep.
Wir müssen dieses Leck stopfen.
We moeten dit lek dichten.
Stopfen wir Toilettenpapier in seine Nase.
We proppen wat toilet papier in zijn neus.
Wie läuft es? -Härter stopfen.
Hoe gaat het? Harder duwen.
Kinder stopfen ihre dicken Gesichter.
Kinderen proppen hun dikke hoofden vol met snoep.
Die Reifen auf den Lauf stopfen.
Hoepels vullen op een vat.
Die Republikaner stopfen uns das in den Hals.
De republikeinen duwen 't door onze strot.
Wir müssen ihm das Maul stopfen.
We moeten de mond snoeren.
Sie stopfen nur mehr neurologische.
Ze proppen alleen meer neurologisch functioneren in minder tijd.
Papa muss hungrige Mäuler stopfen.
Papa moet mondjes voeden.
Er kann Socken stopfen, was kochen und ein Hemd bügeln.
Hij kan sokken stoppen, eten koken en strijken.
Löcher muss man stopfen, Iris.
Lekken moet je dichten, Iris.
Wir stopfen ihn hier rein und verwischen unsere Spuren.
We proppen hem hierin en wissen onze sporen uit.
Ich muss drei Mäuler stopfen.
Ik moet nog drie monden voeden.
Wir stopfen ihn hier rein und verwischen unsere Spuren.
We stoppen hem hierin, en verbergen onze sporen.
Wollt ihr mich in einen Sack stopfen?
Ga je me in een zak duwen?
In unserem Land stopfen wir keine Dollars in Wahlurnen.
In ons land stoppen we geen dollars in stembussen.
Wir sollten ihr das Maul stopfen.
We moeten haar de mond snoeren.
Wir stopfen andauernd irgendwelche Nigga in den Kofferraum.
We stoppen voortdurend klojo's in de kofferbak.
Für heute Nacht stopfen wir es.
We stoppen 't dicht voor vanavond.
Wir müssen also nur die Löcher stopfen.
Wat we moeten doen, is de gaten dichten.
Uitslagen: 336, Tijd: 0.2057
S

Synoniemen van Stopfen

dichtmachen drücken knautschen pferchen Pfropfen Pressen quetschen Zwängen Korken propfen proppen Stöpsel auffüttern füttern mästen

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands