Wat Betekent WERE CALLING in het Nederlands - Nederlands Vertaling

• belde
• noemden
• riepen
• een beroep
• noemde
• riep
• belden
• belt
• bellen
• noemen

Voorbeelden van het gebruik van Were calling in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

We were calling you.
We riepen je.

That's what we were calling it.
Zo noemden we het.

They were calling me that?
Noemden ze me zo?

Where would you say you were calling from?
Waar belde u vandaan, zei u?

They were calling them.
Ze riepen hen.

After that, even the media were calling us heroes.
Nadien noemde zelfs de media ons helden.

You were calling my name.
Jij riep mijn naam.

The prophetic books were calling people to.
De profetische boeken riepen mensen op om.

You were calling from Rome.
Je belde uit Rome.

There're people who were calling me. I'm now.
Er zijn mensen die me bellen.

You were calling me Wilson.
Je noemde me Wilson.

Well, some of the kids were calling me a toonie.
Sommige van de kinderen daar noemen me een 'Tuny'.

You were calling the police?
Jij belde de politie?

Expecting answers. And all these teachers were calling on me.
Al die leraren die een beroep op mij deden, en antwoorden verwachtten.

They were calling my name.
Ze riepen m'n naam.

Always you were calling me.
U riep me altijd.

We were calling Jawahar Uncle.
We bellen met oom Jawaha.

Operator said you were calling from prison.
Je belt uit de gevangenis.

You were calling her twice a day.
Je belde haar twee keer per dag.

And we just wanted to let you know you can always call on We heard kids were calling you Sippy Cup, the Student Coalition Against Bullying for protection.
We hoorden dat kinderen je Tuitbeker noemden, en je moet weten dat je altijd een beroep kunt doen op de Leerlingencoalitie tegen Pesten voor bescherming.

You were calling about Michelle.
Je belde voor Michelle.

The children were calling him gabriel.
De kinderen noemden hem Gabriël.

You were calling your handler.
Jij belde je tussenpersoon.

I told them we were calling him Adolf.
Ik heb gezegd, dat we hem Adolf noemen.

You were calling her name in your sleep.
Je riep haar naam toen je sliep.

I thought we were calling the police, FBI?
We zouden toch de politie, de FBI bellen?

You were calling my mother before she died.
U belde m'n moeder voor ze stierf.

I mean, they were calling me all the time!
Ik zeg maar, ze belden mij de hele tijd!

They were calling about some prints I lifted yesterday.
Ze belden over wat afdrukken van gisteren.

And all these teachers were calling on me, expecting answers.
Al die leraren die een beroep op mij deden, en antwoorden verwachtten.