Voorbeelden van het gebruik van Vindt het comité in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Medicine
-
Colloquial
-
Official
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
In dit licht vindt het Comité de voorgestelde 50 procent voor de aanvang te hoog.
Omdat hier echter gebruik wordt gemaakt van een audiovisuele verkooptechniek waarvoorin de programmaroosters zendtijd wordt uitgetrokken, vindt het Comité dat voor telewinkelen ook een aantal regels van toepassing zijn die op audiovisueel gebied gelden.
Bijgevolg vindt het comité dat de baten/risicobalans van medicijnen die pimecrolimus crème.
Ondanks het hevige, op nationale begrotingssoevereiniteitgebaseerde verzet tegen een EU-belasting vindt het Comité dat er ten behoeve van gemeenschappelijke doelstellingen eigen middelen moeten komen in plaats van de BNI-afdrachten.
Daarom vindt het Comité dat de prijsverlaging voor dit product volledig dient te worden gecompenseerd.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
vindt plaats
vindt het comité
plaats vindtvindt de commissie
oplossingen vindenmanieren vindenvinden de renners
vond een manier
werk gevondenonderzoekers vonden
Meer
Gebruik met bijwoorden
leuk vindtmoeilijk te vindengemakkelijk te vindengemakkelijk vindenmakkelijk te vindengeweldig vindendood gevondengoed vindtaardig vindtsnel vinden
Meer
Gebruik met werkwoorden
Aangezien de Commissie voor ogen staat dat alle belangrijke beslissingen over Next Step tussen nu en1998 zullen vallen, vindt het Comité dat om de hierna uiteengezette redenen over de financiering van fusieresearch enige openbare discussie dient plaats te vinden. .
Dit laatste vindt het Comité zeer belangrijk: het moet uitmonden in de ontwikkeling van innovatieve reactorsystemen.
Bovendien, en om landbouwers enveetelers op gelijke voet te behandelen, vindt het Comité dat dit recht betrekking moet hebben op de veestapel in het algemeen en niet alleen op de vernieuwing ervan.
Daarom vindt het Comité dat in de laatste zin van art. 17.1 het woord" verlangen" moet worden vervangen door" krijgen.
Wat marktdeelnemers van categorie B betreft,die EU-bananen en traditionele ACS-bananen verhandelen, vindt het Comité dat het huidige" drie functies-systeem" gehandhaafd zou moeten worden, omdat dit de verkoop van EU- en ACS-bananen aanzienlijk stimuleert.
Daarnaast vindt het Comité dat sommige van de voorgestelde drempelwaarden zorgvuldig geanalyseerd zouden moeten worden zodat de werkelijke omstandigheden duidelijk worden.
Hoewel het met veel van de Commissievoorstellen kan instemmen, vindt het Comité dat deze mededeling geen toereikende oplossingen biedt voor de problemen waarmee de luchtvaartmaatschappijen op een concurrerende markt te kampen hebben.
Daarom vindt het Comité het ook nodig binnen de OCM een controlesysteem in te voeren om na te gaan of de toegekende uitkeringen toereikend zijn.
Wat de waardedaling van de euro tenopzichte van de dollar betreft, vindt het Comité dat verklaringen van de monetaire autoriteiten over de soliditeit van de euro en het herstelpotentieel van de munt op korte termijn weinig effect sorteren.
Wel vindt het Comité dat de in bijlage 1( delen 1 en 2) aangegeven hoeveelheden gevaarlijke stoffen nader dienen te worden onderzocht; in sommige gevallen zijn deze wellicht te hoog vastgesteld.
Gezien de snelle opkomst van audiovisuele enschriftelijke diensten op het Internet, vindt het Comité dat aandacht zou kunnen worden besteed aan vragen betreffende de toegang tot deze diensten, de regelgeving ervan en de garanties omtrent het pluralisme.
Verder vindt het Comité dat de lidstaten geen IAO-verdragen inzake veiligheid en gezondheid op het werk moeten opzeggen voordat ze besluiten een geactualiseerd verdrag op hetzelfde terrein te ratificeren.
Hoewel het IPP ook marktwerking impliceert, vindt het Comité toch dat er nog veel meer moet worden gedaan met betrekking tot het gebruik van marktinstrumenten, zoals milieubelasting en stimuleringsmaatregelen.
In het algemeen vindt het Comité de huidige formulering van artikel 4 te weinig bindend wanneer het om het vastleggen van echte kwaliteitscriteria gaat.
Om al deze redenen vindt het Comité dat de huidige doelstellingen van het mededingingsbeleid meer gediend zijn bij een autonoom industriebeleid.
Meer in het algemeen vindt het Comité dat het bij de herziening van de richtsnoeren voor horizontale steun( bijv. voor onderzoek, innovatie, milieubescherming en menselijk kapitaal) zaak is om.
Verder vindt het Comité dat de lidstaten IAO-verdragen inzake veiligheid en gezondheid op het werk alleen zouden moeten kritiseren als ze besloten hebben een actueel verdrag op een soortgelijk terrein te ratificeren.
Ook vindt het Comité dat de lidstaten nogal wat speelruimte hebben om een ander dan de belastingplichtige als hoofdelijk aansprakelijk aan te wijzen en het vraagt zich af of deze vrijheid niet duidelijker moet worden afgebakend.
Daarom vindt het Comité dat het van belang is dat de lid-staten de resolutie uitermate serieus nemen en zich actief inzetten om de doelstellingen die in de standaardregels van de VN genoemd worden, te verwezenlijken.
Gezien het bovenstaande vindt het Comité dat bepaalde basisbegrippen in de Mededeling onvoldoende uit de verf komen en dat er geen volledig beeld wordt gegeven van wat tot dusverre via programma's en politieke initiatieven tot stand is gebracht.
Verder vindt het Comité onder meer dat duidelijk moet worden gemaakt wat precies als het punt van lozing van een verbrandingsinstallatie wordt beschouwd en zet het de nodige vraagtekens bij de door de Commissie gepresenteerde kosten-batenanalyse.
Daarom vindt het Comité dat de Commissie uitputtend dient te analyseren wat de directe kosten van veranderingen in de produktiestructuur of in de kwaliteit c.q. samenstelling van de produkten zijn, en wat deze veranderingen verder voor gevolgen hebben.
Daarom vindt het Comité dat ook bepaalde belangrijke gedelegeerde handelingen, die wellicht substantiële economische, sociale en/of milieueffecten hebben voor een specifieke sector of voor de belangrijkste stakeholders, tijdens de raadpleging aan bod moeten komen.
Hoewel het IPP ook marktwerking impliceert, vindt het Comité toch dat er nog veel meer moet worden gedaan met betrekking tot het gebruik van marktinstrumenten, zoals milieubelasting en stimuleringsmaatregelen, teneinde de toepassing ervan beter te coördineren en te bevorderen.
Niettemin vindt het Comité dat binnen de vestiging genomen technische maatregelen die een gelijkwaardig effect hebben als het scheppen van afstand tussen het bedrijf en b.v. woongebieden, een aanvaardbaar alternatief voor het scheppen van fysieke afstand is.