Voorbeelden van het gebruik van Einde van de programmaperiode in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Official
-
Financial
-
Colloquial
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Daarna zal de schuldquote naar verwachting dalen tot 70,4% van het BBP aan het einde van de programmaperiode.
Terwijl de uitgavenquote eerst stijgt en pas naar het einde van de programmaperiode toe terugkeert naar het niveau van 2005.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
goed eindegelukkig eindeeen gelukkig eindebittere eindetragisch eindeandere eindeopen eindepassend eindenieuw eindesuccesvol einde
Meer
Gebruik met werkwoorden
einde te maken
einde maken
einde komt
loopt ten eindeeinde loopt
betekende het eindeeinde citaat
einde nadert
einde brengen
vechten tot het einde
Meer
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
einde van de wereld
einde van het jaar
einde van de oorlog
einde van de dag
einde van de maand
einde van dit jaar
einde van het seizoen
einde van de week
begin van het eindeeinde van de overgangsperiode
Meer
Een begin te maken met het gedetailleerde ontwerp van NET vóór het einde van de programmaperiode, maar niet vóór de volgende programmaherziening;
Verwacht wordt dat de negatieve output gap van circa -212% van het BBP in 2006-2007 afneemt tot minder dan -1% aan het einde van de programmaperiode.
Dat betekent dathet Griekse BBP aan het einde van de programmaperiode 2,5% hoger lag dan het zonder communautaire steun zou zijn geweest, zodat de achterstand van de Griekse economie is verkleind.
Er wordt uitgegaan van een extra daling van de schuld/BBP-ratio naar 53,1% in 2003 en 47% tegen het einde van de programmaperiode.
Pas helemaal aan het einde van de programmaperiode verschaft Frankrijk zichzelf een veiligheidsmarge die groot genoeg is om te voorkomen dat de tekortdrempel van 3% van het BBP bij normale macro-economische fluctuaties wederom wordt overschreden.
Volgens het programma zou de schuldquote in 2005 dalen tot 72% en tegen het einde van de programmaperiode een niveau van 70% van het BBP benaderen.
Volgens het programma zal de schuldquote stijgen tot een afgerond cijfer van 69% van het BBP in 2006 en vervolgens dalen tot 67% van het BBP aan het einde van de programmaperiode.
Aangenomen wordt dat de BBP-groei in de volgende jaren wederom geleidelijk zal aantrekken en tegen het einde van de programmaperiode in de buurt van het potentiële groeitempo zal komen te liggen.
Het doel van de in het convergentieprogramma 2014 beschreven begrotingsstrategie is om het nominale tekort terug te brengen van 2,9% van het bbp in 2014 tot 1,9% aan het einde van de programmaperiode.
Bovendien omvat het voorgenomen tekorttraject niet de noodzakelijke structurele aanpassingen waarmee het bereiken van de MTD tegen het einde van de programmaperiode wordt gewaarborgd; met name is er na 2013 geen verdere structurele aanpassing meer gepland.
Na de correctie van het buitensporig tekort in 2011 wordt met de in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie beoogd tegen het einde van de programmaperiode een begrotingssituatie tot stand te brengen die vrijwel in evenwicht is, zowel wat het structurele als wat het nominale begrotingssaldo betreft.
Er wordt uitgegaan van eenextra daling van de schuld/BBP-ratio tot onder de 60% in 2001 en tot net onder de 50% tegen het einde van de programmaperiode.
Verondersteld wordt datde HICP-inflatie zal dalen en tegen het einde van de programmaperiode minder dan 2% zal bedragen. In de najaarsprognoses 2004 van de diensten van de Commissie(die vóór de Ierse begroting werden opgesteld) is er evenwel sprake van een hogere HICP-inflatie die een vlakker verloop zal vertonen.
In het bijzonder zijn verscheidene landen niet voornemens een voldoende ambitieus aanpassingstraject te doorlopen enstreven deze niet naar een begrotingspositie nabij evenwicht of in overschot tegen het einde van de programmaperiode.
Het CB heeft de economische groei met onge veer 0,5% per jaar versneld; dit betekent dathet Griekse BBP aan het einde van de programmaperiode een niveau heeft bereikt dat 2,5% hoger ligt dan het niveau dat zou zijn bereikt zonder hulp van de Gemeenschap; hierdoor is het verschil tussen de Griekse economie en die van de rest van de Gemeenschap verkleind;
Het geactualiseerde programma voorziet een evenwicht op de begroting voorde totale overheid in 2004 en een daling van de bruto schuldquote tot 54,5% van het BBP aan het einde van de programmaperiode.
Op basis van de minimumbenchmark(geraamd op een conjunctuurgezuiverd tekort van iets minder dan 1,5% van het BBP) lijkt de begrotingsstrategie- tenzijmisschien helemaal aan het einde van de programmaperiode in het begrotingsjaar 2010/2011- geen veiligheidsmarge te verschaffen die ruim genoeg is om te voorkomen dat, bij normale macro-economische fluctuaties, het VK tekortschiet in zijn verplichting ernaar te streven dat het tekort onder de referentiewaarde van 3% van het BBP blijft.
Aangezien ervan uit wordt gegaan dat de rentebetalingen zich zullen stabiliseren rond de 3,5% van het BBP, geeft het primaire saldo eenzelfde ontwikkeling te zien als het totale saldo:het verbetert van -1,3% in 2004 tot 2,5% aan het einde van de programmaperiode.
Volgens het programma strookt het groeitempo van de overheidsuitgaven,rekening houdend met discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde, tegen het einde van de programmaperiode evenwel met de uitgavenbenchmark van het stabiliteits- en groeipact.
Het stabiliteitsprogramma van Frankrijk voor spelt een daling van het begrotingstekort van de totale overheid: volgens de twee verschillende macro-economische scenario's zal dit tussen 0,8% en 1,2% van het BBP aan het einde van de programmaperiode bedragen.
Het programma gaat in het bijzonder uit van een toename van het groeipotentieel van 3,6% in 2004 tot 4,7% in2007(volgens berekeningen van de diensten van de Commissie), resulterend in een output gap van naar schatting ruim 2% aan het einde van de programmaperiode.
In het geactualiseerde programma wordt verwacht dat het overheidsoverschot van 3,6% van het BBP in 2005 terugloopt tot 3,1% in 2006 en 3,2% in 2007 envervolgens licht afneemt om aan het einde van de programmaperiode op 2,9% van het BBP uit te komen.