Voorbeelden van het gebruik van Springen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
En springen.
Hij kan niet springen.
En springen, springen!
Zij kunnen ook springen.
Nee, springen.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met werkwoorden
Hij noemde het' springen.
Oké, even springen om op te warmen.
Je weet niks van springen af.
Springen met een voorwaardelijke activering.
Ik wil uit die stoel springen.
Wandelen, springen, glijden, abseilen….
Ter verdediging,ik heb hem nog nooit zien springen.
Springen, glijden en aanval op het juiste moment.
Ik wilde elke berg beklimmen, en ervan af springen.
Springen cirkel 3 1 of 2 spelers schieten spel.
Luide tonen en zachte, vermengen zich en springen rond.
Springen is willekeurig en gaat niet in 'n rechte lijn.
We kunnen hem over de kant tillen en er achteraan springen.
We springen, landen op het paard, roepen jihaa en rijden weg.
Maar wat jij deed bij het kamp, voor die Demon springen.
In paniek springen ze om te ontsnappen aan de naderende jagers.
Hij heeft een interessante kijk op springen.
Takevan- Party babe springen in auto met vreemdeling en neuken.
Springen op en ontvang je een deel van de cash bonus en promoties!
Het eerste slachtoffer van springen is je waardigheid.
Tigger springen tigger springen Hoe hoog kan Tigger omhoog gaan in de lucht.
Als we niet allebei tegelijk springen, zal de Galactica ons afschieten.
Je bent de eerstehomo sapiens die kan springen. Dat maakt ze bang.
Niet wetende de eerste Duin springen ik, maken van indrukwekkende springt.
Snelle voeten, hoge knieën of springen; alles kan je hartslag verhogen.