Voorbeelden van het gebruik van Bezigheid in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Da's mijn bezigheid.
Die bezigheid is niet zo mijn smaak.
Is dat jouw hoofdzakelijke bezigheid?
En welke bezigheid is dat?
Vertalen is geen creatieve bezigheid.
Mensen vertalen ook
En de bezigheid is ondeugend, godzijdank.
Heel begrijpelijk, het is niet uw dagelijkse bezigheid.
Een ongewone bezigheid met de dood of sterven.
Dit is ook ijdelheid, en het is een moeilijke bezigheid.
De voornaamste bezigheid van Raja Yoga is meditatie.
Ik deed er niet genoeg voor. Het is een eenzame bezigheid.
Niet de favoriete bezigheid van de jeugd.
Deze bezigheid is zo saai, ik ga dagdromen over school.
Piraterij is een gewaagde bezigheid. Ik heb liever handel.
Het aanpassen van Blythe Dolls is een enorm lonende bezigheid.
Mijn favoriete bezigheid niet bijdraagt aan mijn gezondheid.
Wanneer ga je eens beseffen dat jouw bezigheid mensen kwetst?
De voornaamste bezigheid in Scientology wordt auditing genoemd.
Onderhoudscompliance in de cloud kan een ontmoedigende bezigheid zijn.
Het doel van deze bezigheid was voorkomen dat jij jezelf pijnigt.
Men zou kunnen stellen dat jezelf kennen jouw voltijdse bezigheid is.
Het is een constructieve bezigheid die de sociale cohesie verbetert.
Worden tot de bovennatuurlijke orde, waardoor het een goddelijke bezigheid wordt.
Met syringo honden is deze bezigheid maniakaal en een uitdrukking van pijn.
Onkruid verwijderen is voor de meeste tuiniers een dagelijkse bezigheid.
Wandelen is een natuurlijke bezigheid die de meeste mensen kunnen doen.
Welke bezigheid u ook kiest, uw kinderen kunnen bij u zijn en uw passie delen.
Meditatie is een behoorlijk veilige bezigheid voor degenen die gezond zijn.
Zijn doel was het, hun bezigheid eenvoudiger te maken, comfortabeler en efficiënter.
Hoewel dit een snel groeiende bezigheid is, is het ook zeer concurrerend.