Voorbeelden van het gebruik van Het roept in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Het roept.
Wacht.-Het roept me!
Het roept ons.
Wat dan wel? Het roept.
Het roept me.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
roept de commissie
plicht roeptraad roepteuropese unie roeptleven geroepenroept de lidstaten
comité roepteuropese raad roeptroept de regering
roep de raad
Meer
Gebruik met werkwoorden
Maar hoe dan ook, het roept de vraag op.
Het roept mij.
Maar het roept me.
Het roept me.
Hoe dan ook, het roept de eeuwenoude vraag op.
Het roept.- Hier.
Dus het roept je naam?
Het roept jouw.
Het roept ons allemaal.
Het roept jou naam.
Het roept naar me, Sam.
Het roept me.
Het roept me. Zachtjes.
Het roept.-Wat dan wel?
Het roept naar het teken.
Het roept ons naar de stad.
Het roept ons op tot de strijd.
Het roept me. Verzet je.
Het roept over de tijdgolven.
Het roept niet echt"spionage".
Het roept niet op tot uniformiteit.
Het roept veel vragen op, Nicky.
Het roept ieder van ons op.
Het roept me. Het roept me.
Het roept me, Sam. Ik kan het horen?