Voorbeelden van het gebruik van Roept in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Waarom roept hij?
Roept u ze terug.
Dus het roept je naam?
Roept u de politie?
Ja, dat roept iedereen.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
roept de commissie
plicht roeptraad roepteuropese unie roeptleven geroepenroept de lidstaten
comité roepteuropese raad roeptroept de regering
roep de raad
Meer
Gebruik met werkwoorden
Roept u maar? Waarom niet?
En iedereen roept hoera!
Roept een andere vraag.
Daarom roept ze me niet.
Alexander, hij roept me.
Hij roept je, Kimba.
En voorwaar, de moskeeën behoren aan Allah toe: roept dan naast Allah niet één aan!
Hij roept om zijn moeder.
En:'De moskeeën behoren God toe; roept dus niemand behalve God aan.?
Zij roept op tot onze dood.
Je lichaam roept om hulp.
Hij roept je op om te getuigen.
Heel Engeland roept om haar dood.
Hij roept een aantal beweringen van fout.
Iedereen roept mijn naam!
Roept een grafsteen op het doelpunt op.
Dorothy roept u, Mr Turner.
Roept meer de volume niveau dan hogere delen van het origineel.
John.- Hij roept z'n maatjes.
Roept twee blinde Familiars op om voor Visage te vechten.
Iedereen roept:'Waar is Giosué?
Jij roept een demon op in een demonencrisis?
De rivier roept ze altijd terug.
Hij roept me, maar ik kan hem niet helpen.
Een stem roept om waarheid.