Voorbeelden van het gebruik van Hing in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Toen hing ze op.
Hing iemand hem op?
En hier hing ze?
Hing een Rembrandt.
Maar… Daar hing een.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
leven hangtmuur hangentoekomst hangthangende zaken
lucht hangtboom hangenwereld hangttoren hangenfoto hangthangt het succes
Meer
Gebruik met bijwoorden
Gebruik met werkwoorden
Hij hing in de boom.
Hallo, Tex." Toen hing ze op!
Wie hing in deze boom?
Ja, en toen hing hij op.
Je hing aan een randje.
Mijn leven hing ervan af.
Er hing liefde in de lucht.
Verandering hing in de lucht.
Hij hing de hele avond om me heen.
De telefoon hing aan de muur.
Ik hing in een boom. Jullie twee?
Op het landgoed hing een enge stilte.
Er hing een leuke sfeer.
Toen ik daar beneden met mijn hoofd in de pot hing.
Dus hij hing gewoon op?
Hing zij op de Maffe Muur?
En je jas hing in je kluisje. Ja.
Hing hem dagenlang voor de geest. Het woord"dood".
Mijn vader hing meestal dronken rond.
Lou zei datje de hele avond aan de telefoon hing.
Hij hing aan een haakje.
Een gevoel van verwachting en verandering hing in de lucht.
Toen hing hij op en vertrok.
En ik heb die gast niet neergeknald. Nou jij hing half uit de auto!
Kenny hing op en ik zei.