Voorbeelden van het gebruik van Moed in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Haar moed?
Lhren Mut?Geen moed. Geen moraal.
En van moed.
Und vom Heldenmut.Moed en adel overwinnen.
Zoveel moed.
So viel Tapferkeit.Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
moed en vastberadenheid
moed en kracht
moed en toewijding
moed en vertrouwen
visie en moedmoed en eer
moed en opoffering
Meer
Je moed, je wraakgevoelens.
Deinen Mut, deine Rachsucht.Je hebt wel moed.
Met moed en gerechtigheid.
Mit Tapferkeit und Gerechtigkeit.Ik bedoel… moed.
Trouw, moed, integriteit.
Treue, Tapferkeit, Rechtschaffenheit.Geen eer, geen moed.
Ohne Ehre und Mut.Daar is geen moed voor nodig.
Hast du keinen Mumm mehr.Ik bewonder uw moed.
Ich bewundere Ihre Courage.En de moed om genadig te zijn.
Und mutig genug, um barmherzig zu sein.Waar is je moed, Chip?
Wo ist Ihre Courage, Chip?Met waardigheid, trouw en moed.
Würdevoll, loyal und mutig.Waarheid, Moed, Plicht.
Wahrhaftigkeit, Heldenmut, Pflichtbewusstsein.Lk bewonder je moed.
Ich bewundere deine Courage.De moed van Mehen!… in een kampioen.
Der Mut von Mehen!… in einen Champion.Ik had niet genoeg moed.
Ich war nicht mutig genug.Zijn moed op het veld ongeëvenaard.
Sein Heldenmut auf dem Feld unerreicht.Je hebt niet de moed om.
Du hast nicht den Mumm, um.Dat is geen moed, het is gewoon stom.
Das ist nicht mutig, sondern nur dumm.Deugd, waarheid. Moed.
Wahrheit. Frohgemut.- Heldenmut.Er was moed voor nodig om dit te doen.
Mann musste mutig sein, um das zu tun.Bescheidenheid en moed.
Bescheidenheit sowie Tapferkeit.Ik respecteer uw moed en uw toewijding.
Ich respektiere Ihren Mut und Einsatz.Moed, jongens. Moed en vertrouwen.
Tapferkeit, Jungs. Mut und Zuversicht.Onder de indruk van je moed, ben ik, jongeling.
Beeindruckt von deinem Mut ich bin, Jüngling.Echte moed begint altijd in het hart. Vertrouwen.
Wahre Tapferkeit beginnt immer im Herzen. Vertrauen.
