Voorbeelden van het gebruik van Jetzt in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ruf jetzt an!
Bellen, nu.Steig ein, jetzt.
Stap nu in.Ja, jetzt schon.
Nu wel weer.Nicht einmal jetzt.
Zelfs nu niet.Jetzt machst du's.
Nu jij bij mij.
Mensen vertalen ook
Einst und jetzt.
Jetzt zum Beispiel.
Zoals nu bijvoorbeeld.Ich ruf jetzt Ryan an!
Jetzt sind wir dran.
Es gehört jetzt mir. Her damit.
Die is nu van mij.Jetzt bin ich unsterblich.
Thans ben ik onsterfelijk.Gehst du jetzt nach Finnland?
Ga je nou naar Finland?Habe ich niemanden. Aber jetzt.
Maar… nu heb ik niemand.Ich muss jetzt Kara retten.
Ik moet Kara gaan redden.Jetzt runter von meiner Kulisse.
Ga van mijn achtergrond af.Wir haben jetzt zwei Panzer!
Nou hebben we twee tanks!Jetzt gibt man uns drei Viertelstunden.
Thans geeft men ons drie kwartier.Ja? Ich muss jetzt schlafen. Ja.
Ik moet gaan slapen. Ja? Ja.Jetzt kämpfen sie nicht für einen Traum.
Ze gaan niet voor een droom vechten.Childs, wir testen jetzt Blair.
Childs… we gaan Blair testen.Es gibt jetzt zu viele von uns.
We zijn nu met teveel.Sagen Sie mir jetzt, wo er ist?
Ga je me vertellen waar hij is?Jetzt hör mal zu, Kurty! Komm jetzt! .
Luister nou naar me, Kurtie!Bezahlen Sie jetzt für die Pizza?
Jetzt haben Sie es schon in die Aktentasche gesteckt.
Het zit nou al in je tas.Ich bringe jetzt Bobby Jackson um.
Ik ga Bobby Jackson vermoorden.Jetzt bin ich bei den Juden in Boyle Heights.
Nou ben ik Boyle Heights met de Joden.Sagst du mir jetzt, wo mein Sohn ist?
Ga je zeggen waar mijn zoon is?Jetzt sagen Sie mir, wie wir sie retten können!
Nou, vertel me hoe ik haar kan redden!Sie müssen jetzt ausgeführt werden.
Zij moeten thans worden uitgevoerd.
