Voorbeelden van het gebruik van Dat ding in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Bedek dat ding.
Dat ding is gevaarlijk!
Tegen dat ding.
Dat ding is erg sterk!
Wat is dat ding?
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
het belangrijkste dinghet beste dingeen ander dinghet grote dinghet juiste dinghet zelfde dingelk klein dinghetzelfde dinghet laatste dinghet echte ding
Meer
Gebruik met werkwoorden
Zet dat ding uit, Barbara.
Vernietig dat ding.
Zet dat ding 's uit.
Hoe doden we dat ding?
In dat ding?
Bij Jove, we gaan absoluut dat ding in!
Wil je dat ding terug?
Dat ding klinkt doodsbenauwd.
We gaan dat ding vangen.
Dat ding heeft vastgoed en werknemers.
Waar heb je dat ding gevonden?
Dat ding daar buiten is op zoek naar jou.
We moeten dat ding vernietigen.
Dat ding had video, nachtkijker.
Ik dacht ik dat dat ding kapot wat?
Zet dat ding uit en kom naar binnen!
Zag je hoe snel dat ding een gat groef?
Zet dat ding af. Dat was leuk, was het niet?
Dus activeer dat ding en zet me daar af!
Dat ding is een agressieve mechanische psychopaat!
Richt dat ding niet op mij!
Als dat ding echt is, komt onze ergste nachtmerrie uit.
Wat is dat ding in mijn keuken?
Doe dat ding weg, Franco.
Theodore, leg dat ding neer, voor je iemand vermoordt.