Voorbeelden van het gebruik van Dat ging in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Dat ging goed.
Wel… Dat ging goed.
Dat ging snel.
Wel, dat ging goed.
Dat ging prima.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
fout gaanleven gaatgaan mensen
gaat richting
zaken gaanspel gaatgegevens verloren gaangaan de zaken
gaat een lange weg
moeder gaat
Meer
Jongens, dat ging fantastisch.
Dat ging slecht.
Ik weet hoe dat ging met de verkoop op afstand.
Dat ging goed.
Nee, dat ging per ongeluk.
Dat ging prima.
Goed, dat ging slecht. Wat nu?
Dat ging makkelijk.
Dat ging goed dan.
Dat ging over jou.
Dat ging goed.
Dat ging erg goed.
Dat ging over geld.
Dat ging over Maggie.
Dat ging ik net doen.
Dat ging stukken beter.
Dat ging bevatten het begrip.
Dat ging heel goed Kev.
Dat ging veel te makkelijk.
Dat ging over iets anders.
Dat ging ik al voorstellen.
Dat ging verrassend snel.
Dat ging best goed, vind ik.
Dat ging tegen zijn erecode in als sportieve jager.
Dat ging prima, maar toen ging ik naar een feest.