Voorbeelden van het gebruik van Boodschap in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Het is een saaie boodschap.
Het is een boodschap van jullie vader.
Ik zei het toch, Even een boodschap doen.
Boodschap voor majoor Pik.
Ik breng een boodschap van uw zuster.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
elektronische boodschapeen duidelijke boodschapde belangrijkste boodschapdezelfde boodschapeen persoonlijke boodschapeen belangrijke boodschapeen politieke boodschapde juiste boodschapeen krachtige boodschapeen positieve boodschap
Meer
Gebruik met werkwoorden
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
Ze zei datze even weg was gegaan voor een boodschap.
Ik ben… een boodschap aan het doen.
De boodschap aan Andrea is uit de Bijbel.
Zeg dat je een boodschap moet doen.
Welke boodschap hebben we voor onze dochters?
Ik en Fi moeten een boodschap doen, Toch, Fi?
Welke boodschap hebben we voor onszelf?
Diana zei dat ze nog een boodschap moest doen.
Ik breng 'n boodschap van Elrond van Rivendel.
Kom met me mee, we moeten een boodschap doen voor Duncan.
Hebt u de boodschap over het congres gekregen?
Ik moet een persoonlijke boodschap doen. Mag ik de auto?
Deze boodschap wordt al zo'n 80 jaar door psychoanalytici verkondigd.
Wie kreeg de boodschap als eerste?
Mijn boodschap is gewoon die van hoop op een betere wereld.
Dan doe ik even 'n boodschap met m'n vrouw daar.
Ik zal de boodschap zeker aan commissaris Mandelson doorgeven.
Hij doet even 'n boodschap, hij komt zo terug.
Wat voor boodschap moet je doen in een schoonheidskliniek?
Ik doe nog even een boodschap en dan kom ik eraan?
Ik moet een boodschap doen, en dan ga ik naar San Francisco.
Tenslotte wil ik graag een boodschap aan alle kinderen in de wereld sturen.
Ik heb een boodschap naar de aarde gestuurd dat we.
Ik moet een boodschap doen en ik laat je niet alleen.
Men mag echter de boodschap van de socialisten niet verkeerd begrijpen.