Voorbeelden van het gebruik van Afloop in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Alleen de afloop.
De afloop is onzeker.
Fatale afloop.
Na afloop van deze periode.
Een tragische afloop.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
maanden na afloopjaar na afloopafloop van deze periode
afloop van deze termijn
afloop van de overgangsperiode
afloop van het programma
weken na afloopafloop van het seizoen
Meer
De afloop was echter voorspelbaar.
Elke met dezelfde afloop.
En de afloop is wat we nu eten.
Nieuwe actie, nieuwe afloop.
Tenzij jij de afloop verandert.
Nieuwe acties, nieuwe afloop.
Maanden na afloop van de referentieperiode.
Ongevallen met dodelijke afloop.
Lastig om de afloop niet te weten.
Uw verhaal heeft nu een afloop.
Maanden na afloop van de referentieperiode.
Zelfde actie, zelfde afloop.
Soms heb je de afloop niet in de hand.
Q- stopt het programma na afloop.
Na afloop van de welkomstbonus Pakket!
Ik geloof niet echt in gelukkige afloop.
De afloop van de ADR-procedure vragen 17 en 18.
We hadden een onderhoud bij afloop, vertrok hij.
Maanden na afloop van de referentieperiode tabellen C3 en C4.
Iedereen ouder dan 12 weet dat de afloop vast staat.
We weten dat de afloop van dit gevecht is voorbestemd.
Na afloop van deze termijn worden de notulen als goedgekeurd beschouwd.
Na de succesvolle afloop keerde terug naar Tunis.
Na afloop van de evaluatieprocedure voor de in 2001 door de Commis.
James Connolly noemde de afloop van de strijd onbeslist.