Voorbeelden van het gebruik van Het verschil in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Snap je het verschil?
Ze gebruiken ook mensen die mét de CIA werken. Je begrijpt best het verschil.
Ik ken het verschil!
Ik ben depressief. Dat is het verschil.
Ik zie het verschil niet.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
het belangrijkste verschileen groot verschilhet grote verschileen enorm verschileen belangrijk verschileen klein verschileen ander verschileen duidelijk verschilmerkbaar verschileen significant verschil
Meer
Gebruik met werkwoorden
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
Hij kan het wel, hij verkiest alleen het niet te doen,dat is het verschil.
Snap je het verschil?
Zien ze het verschil niet tussen 'n bijtwond en 'n steekwond van 'n schroevendraaier?
Snap je het verschil?
Dat is het verschil tussen jullie en ons.
Hoe duurzaam bankieren het verschil heeft gemaakt in 2015.
Dat is het verschil tussen ons en keien.
Ontdek hoe duurzaam bankieren het verschil heeft gemaakt in 2013.
Wat is het verschil met de rest van mijn leven?
Ruik je het verschil niet?
Wat is het verschil met het bezitten van eigen compressoren?
Je oom kan het verschil niet zien.
Wat is het verschil tussen jou en de rest van de meisjes?
Voor ons is tijd het verschil tussen leven en dood.
Wat is het verschil tussen een struik en een gewas?
Maar wat is dan het verschil met gewone borsten?
Dat is het verschil tussen ons.
Wat is het verschil tussen onze werelden?
Wat is het verschil tussen de twee?
Wat is het verschil tussen 100% en 3/4?
Wat is het verschil tussen geweld en deugd?
Ik weet het verschil tussen een gorilla en een meisje!
Dat maakt het verschil uit een benzine-brander.
Dat je nog steeds het verschil tussen goed en kwaad kent.
Dat is het Donnie verschil.