Voorbeelden van het gebruik van Bezig in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik ben bezig met.
We zijn officieel bezig.
Goed bezig, Gary.
We zijn al bezig.
Goed bezig, Harry.
Mensen vertalen ook
Hou hem bezig.
Goed bezig, Edmond.
Eli, ik ben bezig.
Goed bezig, Batman.
Ik hou hem bezig.
Lekker bezig, Wicket.
We blijven bezig.
Ik ben bezig, Carter.
Martin, ik ben bezig.
Lekker bezig, Elle.
Ik ben met 'n spel bezig.
Ik ben bezig met Happy.
Hou m'n zus bezig.
Goed bezig, Lucas Martin.
Houdt u zich bezig met.
Goed bezig, Bethan. Beth!
Sam, ik ben bezig met.
Ik was bezig op de Mississippi.
Sam, ik ben bezig met.
We zijn met een moordonderzoek bezig.
Om ons bezig te houden.
Je blijft graag bezig dus?
Ik ben bezig, Derek Ames.
Daar zijn we al mee bezig.
Ik was bezig met mijn vader.