Voorbeelden van het gebruik van Hoef in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Het is een hoef.
Hoef je niet meer.
Nee, dat hoef ik niet. Nee.
De hoef beschermt zich nauwelijks tegen micro-organismen en schadelijke zuren van de urine.
Mag ik je de hoef schudden?
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
Gebruik met bijwoorden
Lk hoef geen geld.
Jij hebt geen hoef, zoals Angus.
Lk hoef geen mango.
We breken zijn hoef met een grote steen.
Ik hoef niet te zien hoe dik ze wordt.
Als we allebei vluchten, hoef je mijn geld niet te betalen.
Ik hoef je bedankingen niet.
Lk hoef geen.
Ik hoef niet te dineren met de studievriendinnen van de paarden.
En meer hoef je niet te weten.
Lk hoef jullie leugens en jullie naam niet meer.
Dat hoef je niet te doen.
Ik hoef zo'n jongen niet te vertellen wat een Hershey-reep is.
Maar dat hoef je niet alleen te doen.
Ik hoef deze shit niet.
Jij hebt geen hoef, zoals Angus, ze zullen je kapotscheuren!
Ik hoef je niet te doden.
Ik hoef niet meer.
Ik hoef jouw mietjesroedel niet.
Meer hoef jij niet te weten.
Ik hoef geen overheidsschaduw.
Ik hoef niet te betalen voor seks.
Ik hoef niet naar 't ziekenhuis.
Ik hoef niet overtuigt te worden.
Ik hoef me nergens om te schamen.