Voorbeelden van het gebruik van Functioneel in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Minder functioneel.
Functioneel, maar oud.
Het is functioneel.
Functioneel, maar oud.
Het is functioneel.
Combinations with other parts of speech
Functioneel moet zijn.
Ze zijn functioneel.
Functioneel, maar oud. Oud?
Stijlvol, maar functioneel.
Functioneel, maar bezopen.
Het is prachtig en functioneel.
Functioneel, maar oud. Oud?
Licht, gestroomlijnd, functioneel.
Functioneel en een nautische stijl.
De val is volledig functioneel.
Volledig functioneel en capabeler zijn.
Airconditioning is volledig functioneel.
Uitermate functioneel, uniek vormgegeven.
Zijn ze rudimentair of functioneel?
Het is functioneel, ruim en zeer modern.
Goede locatie, schoon,klein maar functioneel.
Smetteloos, functioneel, foutloos.
Functioneel en zichtbaar zijn in alledaagse situaties;
Het Eurosysteem is ook functioneel onafhankelijk.
Functioneel voedsel en additief voor levensmiddelen;
REA plateauwagens zijn functioneel in het gebruik.
Functioneel, maar toch ook mooi. Mooie dingen.
Camera airconditioning, een badkamer functioneel weten.
Bedankt.- Functioneel voedsel is onze toekomst.
Zijn fiscaal systeem was complex, maar functioneel.