Voorbeelden van het gebruik van Beroep in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Als beroep?
Beroep: geen.
Aanleg en beroep.
Beroep afgewezen.
Artikel 63 Beroep in cassatie.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
vrije beroepeneen vrij beroepadministratief beroepgereglementeerd beroephet hoger beroepzelfstandig beroepnieuwe beroependringend beroephetzelfde beroeprechtstreekse beroepen
Meer
Beroep is niet nodig.
Doet hij geen beroep op artikel 4?
Het beroep en de Kerstmis schikking.
Hij was ingenieur van opleiding en beroep.
Mijn beroep loopt nog.
Je veracht het beroep van je zoon.
Uw beroep. Psychiatrie.
Dit artikel zet uiteen dat beroep kan worden ingesteld tegen een besluit.
Beroep op de regels van de lidstaat van oorsprong.
Dan ik een beroep op mijn zwijgrecht.
Het beroep van vrachtwagenchauffeur opnieuw aantrekkelijk maken;
Een medisch beroep, andermans echtgenoot.
Het beroep dat op de vrijheid wordt gedaan is slechts een voorwendsel.
Dat is zijn beroep, Cy, hij is een woordensmeder.
Een beroep tegen deze beschikking is aanhangig bij het Gerecht van eerste aanleg95.
Wat was je beroep voordat je Mozes speelde?
Het beroep van het Parlement.
De evolutie van het beroep: Hoe het ziekenhuis herorganiseren?
Geen beroep, geen aanwezigheid van wat dan ook op het internet.
Argumenten Lord Agachi, een beroep op de geschiedenis van de architectuur, zijn ernstig.
Zolang 't beroep loopt, hoeft hij niks te betalen.
Als ze het beroep winnen… krijg ik een zenuwinzinking.
Anders dan hun beroep, is er geen verband tussen deze slachtoffers.
De vorming tot de beroep inzake cultuur, inzonderheid het kunstonderwijs;
Ik doe ook een beroep op de sociaaldemocratische collega's om dit duidelijk te maken.