Voorbeelden van het gebruik van Echte in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
En niet echte.
Je echte vader.
Ik ben de echte.
Je echte moeder.
Het is een echte.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
echte naam
echte wereld
echte leven
het echte leven
echte vader
echte man
echt geld
echte liefde
echte vriend
echte moeder
Meer
Echte bosbessen.
Nee, want het is een echte.
Haar echte dochter.
Was dat, ik bedoel, een echte.
Zijn echte familie.
Dongelberg, zijn echte naam.
Nee. Echte familie.
Ik ben geen echte heer.
Mijn echte familie was dood.
Wie is mijn echte vader?
Echte alebrijes. Maar dat zijn.
Dit zijn echte luiken.
Echte namen: Raymond Fraser en… Coco.
Zijn wij echte vrienden?
Je echte moeder is gestorven met Jor-El.
Ik ben je echte moeder.
Mijn echte moeder woont in Boston.
Je bent de echte ik niet.
Mijn echte naam. Elizabeth Robinson.
Je bent een echte dichter.
Jouw echte kracht is grappling.
Het is geen echte yoghurt.
M'n echte vraag was: Sorry.- Oké.
Hij was geen echte koning.
Mijn echte passie is muziek.